Functie: Aandachtsfunctionaris Zelfmoordpreventie regio Helmond en Peelgemeenten
Afdeling: Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
In dienst sinds: 2015
Opleiding: (o.a. Maatschappij en Gezondheid)
Wat houdt jouw functie in en hoe ziet je werk er in de dagelijkse praktijk uit?
“Vanuit mijn functie spreek ik regelmatig middelbare scholieren die om welke reden dan ook uit het leven willen stappen. Daarbij kun je denken aan onderwerpen als pesten, seksuele geaardheid, echtscheiding van ouders, sexting, seksueel misbruik en kindermishandeling. Dit zijn vaak emotionele gesprekken en als professional moet ik hierbij letterlijk overal op voorbereid zijn.”
Binnen onze regio ben ik betrokken bij het STORM-project, wat staat voor Strong Teens and Resilient Minds en is opgezet om somberheidsklachten bij middelbare scholieren vroegtijdig te signaleren en aan te pakken, om depressie en zelfdoding onder jongeren te voorkomen. Ik neem klassikaal onderzoeken af bij de eerstejaarsleerlingen, om te weten te komen wie er suïcidale klachten heeft, of deze eventueel aan het ontwikkelen is. Hierna ga ik in gesprek met desbetreffende leerling(en) om zijn/haar verhaal aan te horen en de best mogelijke hulp aan te bieden. Daarbij werk ik samen met verschillende instanties, als GGZ Oost Brabant, het Trimbos instituut en verschillende scholen in het voortgezet onderwijs.
Naast het STORM-project hebben wij binnen jeugdgezondheidszorg ook de periodieke gezondheidsonderzoeken waarin we leerlingen van verschillende leerjaren spreken. Ook tijdens deze onderzoeken en gesprekken letten we nadrukkelijk op depressieve en suïcidale gevoelens en gedachtes en maken we deze bespreekbaar.”
Waarom ben je dit werk gaan doen?
“Ik heb eens een leerling gesproken die er helemaal klaar voor was om uit het leven te stappen en me tijdens ons gesprek een afscheidsbriefje gaf. Het gaat nu goed met deze leerling, hij/zij heeft me afgelopen jaar zelf benaderd om ‘dank je wel’ te zeggen voor het gesprek dat ik twee jaar daarvoor met hem/haar heb gehad. Dat heeft me enorm goed gedaan. Het was voor mij de bevestiging dat ons werk loont, en het versterkte het gevoel dat dit het werk is dat ik wil doen.
Ik ben van nature iemand die zijn werk niet mee naar huis neemt. Echter, bij dit onderwerp kan dit niet altijd. Hoe sterk je als professional ook in je schoenen staat, uiteindelijk ben je ook maar een mens. Soms weet een casus je dusdanig te raken dat je er toch even anoniem met een collega over wilt praten, om je hart te luchten en het een plekje te geven. Ik ben een realist en besef maar al te goed dat we helaas niet iedereen kunnen helpen. Maar ik ben ervan overtuigd dat de gesprekken die mijn collega’s en ik met leerlingen voeren het verschil kunnen maken, en al vele levens van jongeren hebben veranderd en/of gered.”