Kinkhoest
Ondanks kinkhoestvaccinatie via het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) zijn er jaarlijks 3.000 tot 14.000 meldingen van patiënten met kinkhoest. Deze infectieziekte heeft een meldingsplicht. Bedoeld voor een goed beeld van het voorkomen van kinkhoest en het volgen van de werkzaamheid van het vaccin.
Diagnostiek
Bij recente klachten en tot 3 weken na start van het hoesten, heeft de PCR voorkeur. De antistofrespons komt namelijk pas na enkele weken op gang.
Duurt het hoesten al > 3 weken, dan heeft serologie de voorkeur. De gevoeligheid van de PCR is op dat moment namelijk laag.
Bij kinderen < 1 jaar en ongevaccineerde kinderen < 4 jaar is PCR altijd zinvol, ongeacht de ziekteduur. Bij hen kan de bacterie zich langer handhaven en komt de antistofrespons pas relatief laat op gang.
Een negatieve PCR sluit de diagnose kinkhoest niet uit. Vervolgdiagnostiek met serologie is te overwegen.
Wat is de rol van de GGD?
De GGD focust op optimaal beschermen van zuigelingen en zorgt voor voldoende surveillancedata.
Binnen een gezin met een kinkhoestgeval, met een niet of onvoldoende beschermde zuigeling of binnenkort een geboorte, is profylaxe aangewezen. Het doel van de profylaxe is om de bacterie uit het gezin te elimineren en zo de zuigeling beschermen. Profylaxe is zinvol het binnen 3 weken na de aanvang van de hoestbuien.
Als de patiënt buiten het huishouden in contact komt met niet of onvoldoende beschermde zuigelingen (bijvoorbeeld beroepsmatig of op het kinderdagverblijf), dan bekijkt de GGD of profylaxe zinvol is. Dit is maatwerk.
De GGD verzamelt informatie over de vaccinatiestatus van kinderen voor de landelijke surveillance.
Wat is de rol van de behandelend arts?
Bij advies over maatregelen in de omgeving van de patiënt is informatie over de 1e ziektedag essentieel. Het gaat om de start van het catarrale stadium (het begin van de (neus)verkoudheid en malaisegevoel). Het is dan vaak nog niet duidelijk dat het om kinkhoest gaat. Wil je daarom altijd de 1e ziektedag op de laboratoriumaanvraag vermelden?
De GGD neemt contact op met de aanvragend arts als de patiënt een zuigeling is óf als de diagnose is gesteld via PCR. In andere gevallen neemt de GGD niet standaard contact op.
Stel je kinkhoest vast bij een patiënt in een gezin met niet of onvolledig gevaccineerde kinderen < 1 jaar, bij een zwangere in het 3e trimester of bij een patiënt die in contact komt met niet of onvoldoende beschermde zuigelingen? Wil je dan contact opnemen met de GGD?
Wanneer is melden kinkhoest verplicht?
Kinkhoest moet binnen 1 werkdag melden aan de GGD, als er sprake is van een symptomatische infectie, door het laboratorium bevestigd:
Het kind of de volwassene heeft:
- Hoestklachten gedurende tenminste 14 dagen óf
- 1 van de volgende symptomen:
- Paroxysmaal hoesten
- Hoesten met een gierende inademing
- Braken na hoesten.
EN de kinkhoestinfectie is door het laboratorium op 1 van de volgende manieren bevestigd:
- Aantonen van B. pertussis of B. parapertussis
- Een hoge antistoftiter in het 1e serum, passend bij een recente infectie (N.B. bij personen die korter dan 1 jaar geleden gevaccineerd zijn met een acellulair kinkhoestvaccin is eenpuntsserologie niet geschikt om een recente infectie aan te tonen).
- Een (significante) titerstijging in tweepuntsserologie
- De infectie is in het laboratorium bevestigd bij een andere patiënt met wie de persoon contact heeft gehad (< 3 weken geleden).
Er is ook een meldingsplicht op basis van artikel 26 Wet Publieke Gezondheid als in een instelling meerdere personen kinkhoest hebben.