(Kinder)ziekten met vlekjes
Wat is de rol van de GGD?
Bij melding van of vragen over vlekjes denkt de GGD mee over de (mogelijke) verwekker (viraal, bacterieel, niet-infectieus). De GGD geeft informatie voor ouders en medewerkers. Soms verwijst de GGD zwangeren naar de bedrijfsarts of huisarts voor bloedonderzoek. Wanneer post-expositie profylaxe is geïndiceerd, regelt de GGD de toediening hiervan. Bij vaccinatie als post-expositie profylaxe regelt de GGD dit (meestal) in afstemming met de huisarts.
Wat is de rol van de huisarts?
Ouders vragen de huisarts soms, op verzoek van de GGD, om de diagnose te bevestigen bij hun kind, als in een groep of klas meerdere kinderen met vlekjes zijn, of om behandeling in te zetten bij bacteriële ziekteverwekkers. Vijfde ziekte en waterpokken hebben soms gevolgen voor niet-immune zwangere vrouwen. De GGD vraagt je om bloedonderzoek in te zetten bij de zwangere. Bij waterpokken is het soms nodig om dit CITO aan te doen. Tot enkele dagen na het contact kan nog immuunglobuline gegeven worden.
Melding bij meerdere gevallen van roodvonk
Soms komt in een klas of groep roodvonk epidemisch voor (> 3 microbiologisch bevestigde gevallen in een maand). De GGD gaat dan na of in de klas of groep vervellende (dit zijn vrijwel altijd niet-behandelde) kinderen zijn, die drager zijn. Ook neemt de GGD kweken af bij kinderen met evidente streptokokkeninfecties, zoals impetigo en faryngitis.
Wet Publieke Gezondheid; Artikel 26
Hoofden van instellingen waar kwetsbare personen wonen of langduriger verblijven (zoals verpleeghuizen, kinderdagverblijven, basisscholen, opvang voor dak-/thuislozen) hebben een meldingsplicht als 2 of meer personen in een groep in een bepaalde tijdsperiode overeenkomstige huidafwijkingen (vlekjes, pukkels, zweertjes) hebben of bij (verdenking) van een ernstige infectie. De GGD krijgt jaarlijks verschillende meldingen van verheffingen van waterpokken, vijfde ziekte, krentenbaard of hand-voet-mondziekte op kinderdagverblijven en basisscholen.