Gezondheidspanel zoönose

geiten

Inleiding

Zoönosen zijn ziektes die van dieren op mensen kunnen overgaan, zoals de ziekte van Lyme en Q-koorts. Sommige dieren kunnen ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen of parasieten bij zich dragen, die mensen kunnen besmetten. Om de verspreiding van zoönosen tegen te gaan, is het belangrijk dat mensen weten hoe ze zichzelf kunnen beschermen. Het voorkomen van de verspreiding van zoönosen is essentieel voor de volksgezondheid. Daarom is er in samenwerking met Avans Hogeschool een vragenlijst opgesteld over de kennis en ervaring met zoönosen. Deze vragenlijst is in oktober 2024 afgenomen onder 9619 panelleden van de drie Brabantse GGD’en. De panelleden werd onder andere gevraagd hoe vaak ze in aanraking komen met dieren en welke voorzorgsmaatregelen ze nemen tegen mogelijke infecties. De resultaten hiervan lees je in deze infographic.

Resultaten

Contact met dieren

69% van de panelleden komt weleens fysiek inaanraking met dieren

Vrouwen hebben vaker contact met dieren (74%) dan mannen (64%). Ook jongere panelleden onder de 50 jaar komen vaker met dieren in aanraking (78%) dan de leeftijdsgroepen 50-64 jaar (76%), 65-74 jaar (67%) en 75 jaar en ouder (56%).

13% van de panelleden die in aanraking komt metdieren, komt in aanraking met dieren binnenhun werk

Top 3 sectoren werk die in aanraking komen met dieren:

Redenen ongeluk Percentage
Landbouw, natuur en visserij 47%
Gezondheidszorg en welzijn 16%
Toerisme, recreatie en horeca 16%

Met welke dieren komen de panelleden dagelijks het meest in aanraking?

1. Honden (33%)

 

2. Katten (22%)

 

3. Pluimvee (6%)

 

4. Vogels (5%)

 

5. Vissen (3%)

 

Bekendheid zoönose

97% van de panelleden wist voordat ze de vragenlijstinvulden dat ziektes van dieren op mensenkunnen worden overgedragen

46% van de panelleden had voor het invullen van devragenlijst nog niet van het begrip 'zoönose'gehoord

Het begrip zoönose is het meest bekend bij panelleden die in de landbouw, natuur of visserij werken of gewerkt hebben (74%). Daarnaast zien we ook een verschil in bekendheid in de verschillende leeftijdsgroepen. Het percentage panelleden dat bekend is met het begrip zoönose is het hoogst in de leeftijdsgroep van 65-74 jaar (50%) en het laagst bij panelleden van 34 jaar en jonger (35%).

Top 5 bekendste zoönosen:

We hebben de panelleden gevraagd aan te geven van welke zoönose ze weleens gehoord hebben. We hebben een top 5 opgesteld van de meest en minst bekende zoönosen, gebaseerd op het percentage panelleden dat de verschillende zoönosen heeft aangevinkt.

1. Ziekte van Lyme (96%)

 

2. Q-koorts (95%)

 

3. Hondsdolheid/Rabiës (94%)

 

4. Vogelgriep (89%)

 

5. COVID-19 (88%)

 

Top 5 minst bekende zoönosen:

Redenen ongeluk Percentage
Psittacosis 3%
Brucellose 5%
Vlekziekte 8%
Hantavirus 8%
Campylobacter 11%

Welke zoönosen zijn bekender onder panelleden die wel in aanraking komen met dieren?

Contact Spoelworm Toxoplasmose Ringworm Leptospirose Kattenkrabziekte MRSA
wel contact met dieren 61% 45% 72% 50% 29% 63%
geen contact met dieren 43% 30% 58% 38% 18% 55%

Voorkomen van verspreiding

30% van de panelleden is bewust bezig met hetvoorkomen van het verspreiden van zoönosen

Panelleden die in de landbouw, natuur of visserij werken of gewerkt hebben, zijn vaker bewust bezig met het voorkomen van het verspreiden van zoönosen (50%).

Hoeveel procent van de panelleden voert de volgende handeling vaak tot altijd uit?

Redenen ongeluk Percentage
Handen wassen met zeep voor contact met dieren 11%
Handen wassen met zeep na contact met dieren 60%
Contact vermijden met dieren als je verkoudheids-/griepklachten hebt 13%
Contact vermijden met dieren wanneer ze ziek lijken 52%
Wondje afdekken als je contact gaat hebben met dieren 31%
Denkt na over zijn/haar gezondheid na contact met dieren 12%

Feiten en fabels

Feiten

1. Handen wassen na contact met dieren kan voorkomendat een zoönose zich verspreidt tussen dieren en mensen(80% van de panelleden had dit goed)

 

2. Vaccineren kan de kans verkleinen dat dierenmensen besmetten met een virus(77% van de panelleden had dit goed)

 

3. Een virus kan worden overgedragen van dierennaar mensen via deeltjes in de lucht(73% van de panelleden had dit goed)

 

Fabels

1. Antibiotica kunnen voorkomen dat dierenmensen besmetten met een virus(42% van de panelleden had dit goed)

 

2. Zolang dieren geen symptomen van een zoönose vertonen,kunnen mensen niet door ze besmet raken(66% van de panelleden had dit goed)

 

Zorgen over zoönosen

46% van de panelleden maakt zich zorgen overde verspreiding van zoönosen vandieren naar mensen

22% van de panelleden maakt zich zorgen overde verspreiding van zoönosen vanmensen naar dieren

Leren over zoönosen

48% van de panelleden zou meer willen lerenover (het voorkomen van) de verspreidingvan zoönosen

Waar willen de panelleden meer over leren?

Redenen ongeluk Percentage
Preventie van verspreiding van zoönosen 74%
Symptomen van zoönosen bij mens en dier 72%
Zoönosen die bij dieren voorkomen waarmee ik in aanraking kom 61%

De resultaten van dit onderzoek bieden mooie aanknopingspunten voor de Brabantse GGD’en om de kennis van de inwoners van Brabant op het gebied van zoönosen te vergroten.

Achtergrondkenmerken

Dit onderzoek naar zoönosegeletterdheid is gehouden onder het gezondheidspanel van de drie Brabantse GGD’en. Qua samenstelling is dit panel niet representatief voor de hele regio. Om deze reden moeten de resultaten van dit onderzoek beschouwd worden als een indicatie voor wat er leeft onder de doelgroep. Hieronder zie je de leeftijds- en geslachtsverdeling van de 9619 panelleden die de vragenlijst over zoönose ingevuld hebben.

Leeftijd

Leeftijd Percentage
34 jaar en jonger 5%
35 - 49 jaar 15%
50 - 64 jaar 24%
65 - 74 jaar 31%
75 jaar of ouder 25%

Geslacht

51% vrouw

 

49% man