Overslaan en naar de inhoud gaan

You can translate this website using Google Translate. When you select a language there will be data sent to Google.

We are not responsible for the quality of the translation.

Close
Publicatiedatum: 02-04-2024 om 11:51 uur
Laatste update: 25-03-2025 om 15:18 uur

Kinkhoest

Kinkhoest is een erg besmettelijke ziekte van de keel, neus en longen. Het wordt veroorzaakt door een bacterie, die zorgt voor lange hoestbuien. Mensen noemen kinkhoest ook wel de ‘100-dagen-hoest’. Iedereen kan kinkhoest krijgen. Ook als je gevaccineerd bent, maar dan kan het zijn dat je minder ziek bent. Heb jij of heeft jouw kind kinkhoest? Blijf dan uit de buurt van jonge baby’s en zwangere vrouwen. Informeer de kinderopvang, peuterspeelzaal of basisschool.

Informatie voor huisartsen

Als je denkt dat je kinkhoest hebt

Blijf uit de buurt van jonge baby’s die nog niet gevaccineerd zijn. Heb ook geen contact met vrouwen die bijna gaan bevallen. Laat de kinderopvang, peuterspeelzaal of basisschool weten dat jij of je kind kinkhoest hebt. Zij kunnen dan met de GGD overleggen of er maatregelen nodig zijn. 

Neem altijd contact op met de huisarts 

  • als er iemand met kinkhoest in het gezin is en je baby is niet beschermd;
  • als er iemand met kinkhoest in het gezin is en je bent hoogzwanger. De huisarts kijkt dan of alle gezinsleden antibiotica nodig hebben, zodat de (aanstaande) baby geen kinkhoest krijgt. 

Dit kun je zelf doen

Kinkhoest herkennen

Kinkhoest begint vaak met klachten die lijken op een gewone neusverkoudheid. Na 1 tot 2 weken begint het hoesten.  Het hoesten wordt steeds ergers, vooral ’s nachts. De hoest kan een piepend geluid maken bij het inademen. Na een paar weken wordt het hoesten langzaam minder. Kinkhoest kan leiden tot een longontsteking. Na een hoestbui kan iemand soms overgeven. Kinkhoest is vooral gevaarlijk voor pasgeboren baby’s, omdat zij uitgeput raken door het hoesten en hierdoor minder drinken. Het vele hoesten kan zorgen voor gebrek aan zuurstof.

Kinkhoest voorkomen

De meeste kinderen in Nederland worden gevaccineerd tegen kinkhoest via het Rijksvaccinatieprogramma. Dat is de DKTP-vaccinatie. Zwangeren kunnen de 22-wekenprik halen om henzelf en hun baby tegen kinkhoest te beschermen.

Je kunt ook kinkhoest krijgen als je gevaccineerd bent, maar dan kan het zijn dat je minder ziek bent.

Lees meer over het Rijksvaccinatieprogramma

Lees meer over de 22-wekenprik

Kinkhoest behandelen

Ga naar de huisarts als je wilt testen of je kinkhoest hebt. De huisarts kan ook zeggen of een behandeling met antibiotica nodig is. Maar als duidelijk is dat iemand kinkhoest heeft, heeft het lichaam de bacterie vaak zelf al opgeruimd. Behandeling met antibiotica heeft dan geen zin meer. Het hoesten kan dan nog wel even duren.  

 Mensen die last hebben van de klachten kunnen hoestdrank of neusdruppels gebruiken.

Dit doet de GGD

Bron- en contactonderzoek

Bij een melding van kinkhoest doet de GGD bron- en contactonderzoek. We kijken met wie de patiënt contact heeft gehad. Als het nodig is, controleren we ook of deze mensen zijn gevaccineerd en geven we advies over mogelijke maatregelen.

Vaccineren

De GGD vaccineert zwangeren en kinderen op de leeftijd van 3 maanden, 5 maanden, 12 maanden en 4 jaar. Dit gebeurt met de DKTP-vaccinatie via het Rijksvaccinatieprogramma.

Lees meer over het Rijksvaccinatieprogramma

Lees meer over de 22-wekenprik

Een overzicht van de vaccinaties van jouw kind vind je op de vaccinatiekaart die je ontvangt na de geboorte. Ben je deze kaart kwijt, dan kun je een nieuwe kaart aanvragen bij het RIVM.

Vragen over kinkhoest?

Bel dan 088 0031 333. We zijn bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8:30 – 17:00. 

Meer informatie